Het orgel in de Andrieskerk te
Amsterdam werd door de Firma Sanders uit Utrecht in 1948 voor de Gereformeerde
kerk in Austerlitz gebouwd als een eenklaviers orgel met een vrij pedaal. Bij
demontage is gebleken dat front en mechanische windlade van oudere datum zijn.
De electrische speeltafel, in de kerkruimte geplaatst, stuurde de windlade
electropneumatisch aan.
Het orgel werd tot 1990 in deze kerkruimte, inmiddels in eigendom van de Vrije Academie voor Muziek, gebruikt. Na opheffing van de academie werd het orgel geschonken aan de Christengemeenschap in Nederland. Op advies van de orgelcommissie werd de Andrieskerk in Amsterdam gekozen als de nieuwe bestemming.
Begin 1991 heeft Orgelbouw Alkmaar een plan gemaakt voor de wederopbouw, in samenwerking met de architect van de kerk. Daarin zijn de registers van het tweede manuaal en pedaal opgenomen in een zwelkast. Op deze wijze kan het orgel desgewenst ook fluisterzacht spelen, zodat het samenspel met bijvoorbeeld een lier mogelijk is.
Het plan voorziet in een later te bouwen rugpositief met vier stemmen, te bespelen op het eerste manuaal. Het geheel heeft een symfonisch klankkarakter.
Vrijwilligers: | |
Frank Berger: | Organist, alle voorkomende werkzaamheden |
Bart Roep: | Alle voorkomende werkzaamheden |
Jacobus de Meulder: | Bouwer van de orgelkast. |
Dispositie: |
|
Manuaal I C / g''': | Er is ruimte gereserveerd voor de bouw van een rugpositief |
Manuaal II C / g''': | Prestant 8’ Bourdon 8’ Roerfluit 4’ Octaaf 4’ Doublette 2’ |
Basson Hobo 8' Tremolo | |
Pedaal C / f': | Subbas 16’ Octaafbas 8’ |
Op de pedaalwindlade is ruimte gereserveerd voor een derde viervoets register | |
|
|
Speelhulpen: | Koppeling P+II |
Tractuur: | Mechanisch |
Zwelwerk: | Over het gehele orgel |
Winddruk: | 80 mm waterkolom |
Nieuwe registers: | De Octaafbas 8’ en de Roefluit 4’ zijn in 1992 nieuw geplaatst |